Methoden voor inschakelen en uitschakelen
Methoden voor voltooien inschakelen (BS 8243:2010 - Clause 6.3)
De volledige inschakelprocedure wordt voltooid/afgesloten met een van de volgende methoden:
a) Shunt-slot gemonteerd op laatste uitgangsdeur
De installateur moet als volgt een shunt-slot installeren:
Er moet een zonetype Afsluitknop worden geconfigureerd voor SPC.
Zie Zonetypen.
b) Drukknop gemonteerd buiten het bewaakte gebouw
Sluit de drukknop als volgt aan op een SPC zone-ingang:
Er moet een zonetype Afsluitknop worden geconfigureerd voor SPC.
Zie Zonetypen.
c) Beveiligingsschakelaar (dat wil zeggen deurcontact) gemonteerd op laatste uitgangsdeur van bewaakt gebouw of gebied
Sluit de schakelaar als volgt aan op het SPC-systeem:
Het contact wordt gemonteerd op de laatste uitgangsdeur en aangesloten op een zone Ingang/Uitgang met de eigenschap ‘Uitgangsdeur’.
Zie Zonetypen en Zone-eigenschappen.
Mogelijk wordt een foutsignaal gegeven als een alarm wordt afgebroken. Dit is standaard ingeschakeld.
Zie Opties (Keypad) en Opties (Browser).
d) Digitale sleutel
Niet ondersteund door SPC.
e) In combinatie met een meldkamer
Deze inschakelmethode wordt ondersteund door SPC COM XT of software voor meldkamers van derden met behulp van EDP-opdrachten.
Methoden voor voltooien van uitschakelen (BS 8243:2010 - Clause 6.4)
Uitschakelmethoden moeten aan de volgende vereisten voldoen:
6.4,1 Voor alle uitschakelmethoden in het SPC-systeem moet een hoorbare indicatie aangeven dat het systeem succesvol is uitgeschakeld. Dit is in de vorm van een reeks pieptonen van de CIE.
6.4.2 Toegang tot bewaakt gebouw verhinderen voor alarminbraaksysteem is uitgeschakeld:
a) Door de ingangsdeur te ontgrendelen wordt het alarmsysteem uitgeschakeld;
Conformiteit van SPC als zonetype met sleutelschakelaar alleen wordt gebruikt in combinatie met de eigenschap Uitgeschakeld. Dit zonetype mag niet worden gebruikt voor inschakeling.
b) Als de gebruiker het alarmsysteem uitschakelt voordat hij of zij het bewaakte gebouw betreedt, wordt de ingangsdeur ontgrendeld of wordt ontgrendeling van de ingangsdeur toegestaan.
Conformiteit van SPC bij uitschakeling met een kaartlezer op een ingangslezer met de optie Uitgeschakeld, of een ingang van een extern toegangssysteem naar een zone met Sleutelschakelaar met de eigenschap Uitgeschakeld.
6.4.3 Toegang tot bewaakt gebouw verhinderen tot alle middelen voor alarmbevestiging zijn uitgeschakeld:
a) Door ontgrendeling van de ingangsdeur worden alle middelen voor bevestiging uitgeschakeld
Functie niet toegestaan door SPC.
b) Als de gebruiker alle middelen voor bevestiging uitschakelt voordat hij of zij het bewaakte gebouw betreedt, wordt de ingangsdeur ontgrendeld of wordt ontgrendeling van de ingangsdeur toegestaan.
Functie niet toegestaan door SPC.
6.4.4 Door de eerste ingangsdeur te openen, worden alle middelen voor bevestiging van inbraakalarm uitgeschakeld
Functie niet toegestaan door SPC.
6.4.5 Voltooiing van uitschakeling met een digitale sleutel
a) Gebruik van digitale sleutel voor toegang tot het bewaakte gebouw (bijvoorbeeld via radio)
SPC voldoet aan deze voorwaarde als de installateur een PACE-lezer (bijvoorbeeld SPCK421) installeert buiten het gebouw.
b) Gebruik van digitale sleutel na toegang tot het bewaakte gebouw vanaf een locatie die zo nabij de ingangsdeur is als mogelijk.
In deze functionaliteit wordt voorzien door een PACE-lezer (bijvoorbeeld SPCK421) in nabijheid van de ingangsdeur van het gebouw.
Zie Zonetypen en Zone-eigenschappen.
WAARSCHUWING: Als u de uitschakelmethode toestaat en een inbreker slaagt erin de ingangsdeur te forceren, wordt de politie niet gebeld, ook niet als de inbreker het gebouw betreedt. Deze methode om het alarmsysteem uit te schakelen wordt mogelijk niet geaccepteerd door uw verzekeringsmaatschappij. |
6.4.6 Uitschakelen in combinatie met een meldkamer
Conformiteit van SPC gebruik van meldkamersoftware van derden. Indicatie buiten het gebouw moet worden gegeven door een zoemer/flits enz., met timer die wordt ingeschakeld bij uitschakeling van het systeem gedurende een bepaalde periode, bijvoorbeeld 30 seconden.
Zie Timers.