Een gebruiker toevoegen/bewerken
Een gebruiker toevoegen of bewerken:
-
Selecteer Gebruikers>Gebruikers.
Er verschijnt een lijst met geconfigureerde gebruikers.
-
Klik op Toevoegen of klik op Bewerken van de gewenste gebruiker.
-
Voer een Gebruiker ID die nog niet wordt gebruikt. Als u een ID invoert die al in gebruik is, verschijnt het bericht ‘ID niet beschikbaar’ wanneer u PIN Genereren selecteert.
-
Voer een Gebruikersnaam in (maximaal 16 tekens en hoofdlettergevoelig).
-
Om automatisch een Gebruikers-PIN voor een nieuwe gebruiker te genereren, klik op PIN Genereren. Wijzig de PIN zo nodig. Voer 0 in als er geen PIN nodig is.
Opmerking: PIN-codes moeten bestaan uit meer dan 4 tekens om te voldoen aan INCERT-goedkeuringen.
-
U kunt de toegang tot het systeem voor deze gebruiker ook beperken door het selectievakje Datumlimiet in te schakelen en in de datumvelden een begin- en eind datum in te voeren.
In Gebruiker waarschuwingen wordt de status van de gebruikers-PIN weergegeven. Er wordt bijvoorbeeld aangegeven na hoeveel dagen de PIN vervalt, als Periodieke wijzigingen zijn ingeschakeld in het PIN-beleid.
-
U kunt de optie Alarmtoegang inschakelen om deze gebruiker binnen een specifiek venster een tijdsgelimiteerde toegang te verlenen.
De tijdslimieten voor deze optie zijn ingeschakeld op de pagina Systeemtimers. Ga naar Configuratie>Systeem>Systeemtimers om deze optie te configureren. Zie Timers.
In de normale modus kan geen enkele gebruiker met deze geselecteerde eigenschap toegang krijgen tot het systeem.
-
Selecteer het gebruikerprofiel (zie Gebruikersprofielen toevoegen/bewerken) voor deze gebruiker.
-
Schakel het selectievakje Dwang in voor deze gebruiker, indien vereist. Het aantal PIN-codes dat is toegewezen voor Dwang (PIN+1 of PIN+2), wordt ingesteld in systeemopties (zie Opties).
De optie Dwang is alleen beschikbaar op deze pagina als Gebruiker Dwang is ingeschakeld voor het systeem in Systeemopties. Als Dwang is ingeschakeld voor deze gebruiker, zijn opeenvolgende gebruikerscodes voor andere gebruikers (bijvoorbeeld 2906, 2907) niet toegestaan omdat een Dwang-gebeurtenis wordt geactiveerd als een dergelijke code wordt ingevoerd op het keypad. |
Toegangscontrole
Eigenschap |
Omschrijving |
---|---|
Kaartnummer |
Voer kaartnummer in. Voer 0 in om de toewijzing van de kaart op te heffen. |
Kaart verloopt |
Vink aan om tijdelijk deze kaart te blokkeren. |
Verlengde tijd |
Verleng deurtimers wanneer deze kaart wordt gepresenteerd. |
PIN overbruggen |
Een deur openen zonder PIN bij een deur met PIN-lezer. |
Prioriteit |
Prioriteitskaarten worden lokaal opgeslagen in de deurcontrollers. Ze geven toegang in het geval van een technische storing waarbij de deurcontroller niet kan communiceren met het bedieningspaneel. Het maximumaantal prioriteitsgebruikers is:
|
Escort |
De functie Begeleiden dwingt af dat kaarthouders met bijzondere rechten andere kaarthouders moeten begeleiden door bepaalde deuren. Als deze functie is ingeschakeld op een deur, moet de kaart met het recht om te “begeleiden” worden gepresenteerd voordat andere kaarthouders zonder dit recht de deur kunnen openen. De periode waarin kaarthouders hun kaart kunnen presenteren nadat een kaart met begeleidingsrecht is gepresenteerd, kan worden geconfigureerd per deur. |
Beheerder |
Met de functie Beheerder wordt afgedwongen dat een kaarthouder met het recht Beheerder altijd in een ruimte (deurgroep) moet zijn als zich hier andere kaarthouders bevinden. De beheerder moet de ruimte als eerste betreden. Pas als de beheerder in de ruimte is, mogen andere kaarthouders binnenkomen. De kaarthouder met het recht Beheerder mag de ruimte pas uit als alle kaarthouders zonder dit recht de ruimte hebben verlaten. Hiermee wordt deze kaarthouder geïdentificeerd als beheerder. De gebruiker met de eigenschap Beheerder moet als eerste een deurgroep ingaan waarvoor een kaarthouder met het recht Beheerder nodig is, en moet deze deurgroep als laatste verlaten. |