Seismische sensoren

Trillingssensoren, ook seismische sensoren, worden gebruikt om inbraakpogingen met mechanische middelen te detecteren, bijvoorbeeld het boren van een gat door de wand of een kluis.

Ondersteuning voor seismische sensoren is alleen beschikbaar als het installatietype voor het paneel ‘Financieel’ is.

Er zijn verschillende manieren om seismische sensoren te testen. De eenvoudigste manier om seismische sensoren te testen is op een wand of kluis slaan en kijken of de zone wordt geopend tijdens een looptest. Deze testmethode is beschikbaar voor alle typen seismische sensoren.

Als de seismische sensor is geïnstalleerd met een testzender, zijn de volgende testopties beschikbaar:

  • Handmatig testen vanaf het keypad (niet ondersteund door de browser);

  • Automatisch periodiek testen of wanneer het paneel wordt ingeschakeld met het bediendeel.

De testzender is een kleine trillingsmelder met een hoge frequentie die dichtbij de sensor op dezelfde wand wordt bevestigd. De testzender wordt aangesloten op een uitgang op het paneel of een uitbreiding.

Seismische sensoren in het paneel configureren

  1. Een seismische zone configureren. Seismische sensoren moeten worden toegewezen aan een zone. (Zie Zone bewerken.)

  2. Stel de attributen voor de zone in.

  3. Schakel automatisch testen van de sensor in met het attribuut Seismische test.

  4. Selecteer zo nodig een kalender om de seismische zone te besturen.

  5. Wijs deze zone toe aan een verificatiezone als audio-/videoverificatie vereist is.

  6. Configureer timers om vast te leggen hoe vaak de seismische zones moet worden getest (standaard is 7 dagen) en stel de duur van de tests in. (Attribuut Automatische seismische test moet zijn ingesteld voor de zone). (Zie Timers.)

  7. Configureer een uitgang voor het testen van een seismische zone. (Zie Uitgangstypen en uitgangspoorten.)
    De uitgang kan worden toegewezen aan het systeem of aan een gebied, als het paneel is geconfigureerd voor het gebruik van gebieden. Dit is in financiële omgevingen meestal het geval. De uitgang mag alleen worden toegewezen aan het paneel als het paneel geen gebieden gebruikt.

Met het bediendeel

  1. Selecteer ENGINEER VOLLED > ZONES > (selecteer zone) > ZONE TYPE > SEISMISCH.

  2. Selecteer ENGINEER VOLLED >ZONES > (selecteer zone) > EIGENSCHAPPEN > SEISM. AUTOTEST.

Zie ook

Timers

Uitgangstypen en uitgangspoorten

Zone bewerken