Uitbreidingen
-
Selecteer Configuratie > Hardware > X-Bus > Uitbreidingen.
Naamgeving en identificatie:
In een lusconfiguratie krijgt elke uitbreiding een volgnummer van de eerste (uitbreiding aangesloten op 1A 1B op de controller) tot de laatste (uitbreiding aangesloten op 2A 2B op de controller).
Voorbeeld voor SPC63xx: Als expanders worden genummerd van 1 tot en met 63, worden hieraan zones toegewezen (in groepen van 8) met bijbehorende ID's van 1 tot en met 512. (Het hoogste nummer in de zone-identificatie is 512.) Dit houdt in dat als een uitbreiding wordt benoemd of geïdentificeerd door een getal hoger dan 63, er geen zones zijn toegewezen aan de uitbreiding.
-
Klik een van de parameters die de expander identificeren, om de pagina Configuratie expander te openen.
-
Configureer de volgende velden:
Omschrijving
Voor weergave op apparaat-led's.
Volume limiet
Alleen Audio-expander: Volume van luidspreker voor de audio-expander en satellieten (WAC 11). Deze zijn allemaal parallel bedraad. De luidspreker op WAC 11 heeft een potentiometer om het volume af te stellen. Het bereik is 0 min – 7 max. of uitgeschakeld.
Hulpkanaal
Alleen Audio-expander: Deze optie moet worden ingeschakeld als er satellieten (WAC11) zijn aangesloten op deze expander.
Opmerking: Als de optie ingeschakeld, zijn de satellietmicrofoons ingeschakeld. De satellietluidspreker zijn altijd ingeschakeld, ongeacht deze instelling.
End of Line
Selecteer de correcte End of Line (standaard: DEOL 4K7). Deze instelling moet overeenkomen met de bedrading van de ingang op de controller of uitbreiding. Zie Bedrading van het systeem.
(Zone) Omschrijving
Geef een beschrijving aan de toegewezen zone.
(Zone) Type
Selecteer het zonetype. Zie Zone-eigenschappen.
Gebied
Selecteer het gebied.
Eigenschappen
Wijs de gewenste eigenschappen toe. Zie Zonetypen.
Uitgangen/PSU-uitgangen (ALLEEN weergegeven voor SPCP355.300 Smart PSU)
Output
Het nummer van de uitgang. De waarde tussen haakjes is de fysieke uitgang op de PSU-printplaat.
Omschrijving
Geef een omschrijving voor de uitgang.
Verander type
Verander zo nodig het type van de uitgang.
Eigenschappen
Wijs eigenschappen toe aan de uitgang.
Test
Test de uitgang.
Uitgang bewaakt
Selecteer welke uitgangen moeten worden bewaakt.
Opmerking: De parallelle weerstand, diode en de vereiste last moeten worden toegepast voordat deze optie wordt ingeschakeld. De SPCP355.300 moet een kalibratie uitvoeren voordat de bewaking start. Zie Bewaakte uitgangen voor meer informatie.
Enkel primaire batterij
Schakel dit selectievakje in als er geen secundaire batterij is aangesloten op de PSU
Wanneer expanders zijn toegevoegd of verwijderd, ga naar Configuratie > Hardware > X-BUS > Bekabelingsoverzicht & Configuratie.
Klik op Herconfigureer om de wijzigingen te implementeren.
Wanneer u Herconfiguratie Voortzetten aanklikt, wordt de hele X-BUS opnieuw geconfigureerd. Indien een expander offline is en de herconfiguratieknop wordt aangeklikt, verdwijnt de expander zonder de gebruiker hierover te informeren. |
De X-BUS herconfigueren
-
Selecteer Configuratie > Hardware > X-BUS > Bekabelingsoverzicht & Configuratie.
-
Klik op Herconfigureer.
De pagina met het X-Bus kabeloverzicht - Waarschuwing(en) verschijnt.
-
Klik op Herconfiguratie Voortzetten.
De X-BUS is opnieuw geconfigureerd.
Indien een expander offline is en de herconfiguratieknop wordt aangeklikt, verdwijnt de expander zonder de gebruiker hierover te informeren.
Zie ook
Indicatie-uitbreiding configureren
Er zijn twee configuratiemodi mogelijk voor de indicatie-uitbreiding:
-
Linked modus
-
Flexibele modus
-
Selecteer Configuratie > Hardware > X-Bus > Uitbreidingen.
-
Klik op een van de parameters die de indicator identificeren.
De volgende pagina wordt weergegeven voor de configuratie Linked modus.
Linked modus
-
Voer een omschrijving in.
-
Selecteer of de indicatormodule wordt beveiligd door een code die op een bediendeel moet worden ingevoerd.
-
Selecteer de gebieden die moeten bestuurd door de 4 functietoetsen.
-
Configureer de ingang.
Flexibele modus
-
Kik op de knop Flexibele modus.
-
Configureer de velden zoals in de volgende tabel is beschreven.
Functietoetsen
Gebied
Selecteer het gebied dat moet worden bestuurd door de functietoets.
Functie
Selecteer de functie die moet worden uitgevoerd door deze sleutel in dit gebied.
Gebied
Selecteer een gebied als de indicatormodule zich in een beveiligd gebied bevindt.
Visuele indicatie
Indicator
Er zijn 8 indicatoren/LED's aan de rechterzijde en 8 indicatoren/LED's aan de linkerzijde.
Functie
De functie die wordt aangegeven door deze LED.
Functie Aan
Selecteer de kleur en toestand voor elke indicator als de geselecteerde functie is ingeschakeld.
Functie Uit
Selecteer de kleur en toestand voor elke indicator als de geselecteerde functie is uitgeschakeld.
Verander functie
Klik op deze knop om de functie voor deze indicator te wijzigen. De functie kan worden ingeschakeld of gebruikt voor een systeem, gebied, zone of sleutelschakelaar.
Hoorbare indicaties
Alarm
Selecteer of de alarmen hoorbaar moeten zijn.
Ingang/uitgang
Selecteer of ingang/uitgang hoorbaar moet zijn.
Toetsdruk
Selecteer of het indrukken van een toets hoorbaar moeten zijn.
Deactivering
Kalender
Selecteer of de indicatie-uitbreiding moet worden beperkt door een kalender.
Poort mapping
Selecteer of de indicatormodule moet worden beperkt door poortmapping.
Sleutelschakelaar
Selecteer of de indicatormodule moet worden beperkt door een sleutelschakelaar.
Bediendeel
Selecteer of de indicatormodule wordt beveiligd door een PIN die op een bediendeel moet worden ingevoerd. (zie waarschuwing hierboven)
Kaartlezer
Selecteer of de indicatormodule alleen kan worden geactiveerd door een geldige kaart/fob voor de ingebouwde kaartlezer te houden.
-
Configureer de ingang.
WAARSCHUWING: Uw systeem voldoet niet aan EN-normen als het kan worden ingeschakeld met een functietoets zonder dat een geldige PIN hoeft te worden ingevoerd. |
Een sleutelschakelaar configureren
-
Selecteer Instellingen > X-Bus > Uitbreidingen.
-
Klik op een van de parameters die de sleutelschakelaar identificeren.
-
Configureer de velden zoals in de volgende tabellen is beschreven.
Omschrijving
Voer een beschrijving in voor de sleutelschakelaar uitbreiding.
Sleutelopties
Grendel
Selecteer of de sleutelpositie moet worden vergrendeld.
Vasthoudtimer
Voer de duur van de vergrendeling in seconden in (0–9999, 0 betekent dat wordt vergrendeld tot de sleutel de andere kant op wordt gedraaid).
Gebieden
Locatie
Selecteer het gebied waar de sleutelschakelaar zich bevindt.
Visuele indicaties
Indicator/LED
Er is 1 indicator/LED aan de rechterzijde en 1 indicator/LED aan de linkerzijde.
Functie
De functie voor deze indicator/LED.
Functie Aan
Selecteer de kleur en toestand voor elke indicator als de geselecteerde functie is ingeschakeld.
Functie Uit
Selecteer de kleur en toestand voor elke indicator als de geselecteerde functie is uitgeschakeld.
Verander functie
Klik op deze knop om de functie voor deze indicator te wijzigen. De functie kan worden ingeschakeld of gebruikt voor een systeem, gebied, zone of sleutelschakelaar.
Deactivering
Kalender
Selecteer of de sleutelschakelaarmodule moet worden beperkt door een kalender.
Poort mapping
Selecteer of de sleutelschakelaarmodule moet worden beperkt door poortmapping.
Output
Uitgang x
Configureer de sleutelschakelaar en voer een omschrijving in. Zie Uitgang bewerken voor meer informatie.
Sleutelschakelaar functies
Positie Midden, Rechts en Links
Selecteer de Functie die deze sleutelschakelaar uitvoert en het bijbehorende Gebied.
Sleutelschakelaarfuncties zijn:
-
Geen
-
Uitgeschakeld
-
Deelschakeling A
-
Deelschakeling B
-
Ingeschakeld
-
Toggle Uitschakelen /Inschakelen
-
Toggle Uitschakelen/Deelschak. A
-
Toggle Uitschakelen/Deelschak. B
-
Alles OK
-
Instellen autorisatie
-
Shunt
-
WAARSCHUWING: Uw systeem voldoet niet aan EN-normen als het kan worden ingeschakeld met een sleutelschakelaar zonder dat een geldige PIN hoeft te worden ingevoerd. |