Audio/video verificatie

Ga als volgt te werken om audio/video verificatie in te stellen op een SPC-systeem:

  1. Installeer en configureer een of meer audioexpanders.

  2. Installeer en configureer een of meer videocamera's.

  3. Installeer en configureer geluidsapparatuur.

  4. Configureeer een of meer verificatiezones.

  5. Test afspelen van geluid van verificatiezones.

  6. Wijs verificatiezone(s) toe aan fysieke zone(s).

  7. Configureer verificatie-instellingen.

  8. Bekijk beelden van verificatiezones in webbrowser.

 

OPGELET: Bediendelen en toegangscontrole kunnen meerdere minuten zijn uitgeschakeld tijdens het verzenden van een geluidsbestand naar het paneel, afhankelijk van de grootte van het bestand.
Video configureren

Overzicht

Camera's worden gebruikt voor videoverificatie. Het SPC-paneel ondersteunt tot vier camera's. Alleen IP-camera's worden ondersteund en het paneel moet beschikken over een Ethernet-poort.

 

OPGELET: Camera's mogen niet worden gedeeld met andere CCTV-toepassingen.

Camera's kunnen alleen worden geconfigureerd met de webbrowser. Configuratie met het bediendeel wordt niet ondersteund.

Het paneel ondersteunt twee cameraresoluties:

  • 320X240

    Deze instelling wordt aanbevolen als u beelden op de browser wilt bekijken)

  • 640X480 (met enkele beperkingen).

Naast andere generieke camera's worden de volgende camera's ondersteund:

  • Vanderbilt CCIC1410 (1/4” VGA IP kleurencamera)

  • Vanderbilt CFMC1315 (1/3” 1.3 MP Dome kleurencamera voor binnen)

Er is een commandotekst beschikbaar waarmee de configuratiegegevens van de hierboven genoemde camera's direct kunnen worden benaderd. Voor andere generieke IP-camera's moet handmatig een commandotekst worden ingevoerd.

Camera toevoegen

  1. Selecteer Configuratie > Geavanceerd > Verificatie > Video.

    Er wordt een lijst met geconfigureerde camera's en hun online of offline status weergegeven. Een camera is online als in de afgelopen 10 seconden een beeld van de camera is ontvangen.

  2. Klik op Toevoegen om een nieuwe camera toe te voegen of de knop Bewerken om een bestaande camera toe te voegen.

  3. Configureer de camera met de volgende parameters:

    Camera ID

    Door het systeem gegenereerde camera-ID.

    Omschrijving

    Voer een omschrijving in om deze camera te identificeren.

    Type

    Selecteer een van de volgende cameratypen:

    • Generisch

    • Vanderbilt CCIC1410

    • Vanderbilt CFMC1315

    Camera IP

    Voer het IP-adres van de camera in.

    Camera poort

    Voer de TCP-poort in waarop de camera luistert. De standaardwaarde is 80.

    Opgelet: De camera CCIC1410 kan alleen via poort 80 worden gebruikt.

    Gebruikersnaam

    Alleen de camera's Vanderbilt CCIC1410 en CFMC1315.

    Voer een login gebruikersnaam in voor de camera. Deze wordt toegevoegd aan de commandotekst eronder wanneer op de knop Updat cmd. Tekst wordt geklikt.

    Wachtwoord

    Alleen de camera's Vanderbilt CCIC1410 en CFMC1315.

    Voer een login paswoord in voor de camera. Dit wordt toegevoegd aan de commandotekst eronder wanneer op de knop Updat cmd. tekst wordt geklikt.

    Commando tekst

    Voer de commandotekst in die moet worden gezonden aan de HTTP-server van de camera om beelden te ontvangen. Deze tekst moet de gebruikersnaam en het wachtwoord voor de camera omvatten. Raadpleeg de documentatie bij de camera voor de specifieke tekst die vereist is voor het geselecteerde cameratype.

    De standaard commandotekst voor een Vanderbilt CCIC1410 of CFMC1315 camera zonder wachtwoord is "/cgi-bin/stilljpeg".

    Pre-event beelden

    Voer het aantal pre-event beelden in dat moet worden opgenomen (0–16). De standaardwaarde is 8.

    Pre-event interval

    Voer de tijdsinterval in seconden in tussen de pre-event beelden (1–10). De standaardwaarde is 1 seconde.

    Post-event beelden

    Voer het aantal post-event beelden in dat moet worden opgenomen (0–16). De standaardwaarde is 8.

    Post-event interval

    Voer de tijdsinterval in seconden in tussen de post-event beelden (1–10). De standaardwaarde is 1 seconde.
Verificatiezones configureren

Ga als volgt te werk om een verificatiezone te maken

  1. Ga naar Configuratie > Geavanceerd > Verificatie > Verificatiezones.

    Er wordt een lijst weergegeven met bestaande verificatiezones.

  2. Klik op Toevoegen.

  3. Voer een Beschrijving in voor de zone.

  4. Selecteer een Audio-uitbreiding in de keuzelijst.

  5. Selecteer een Video-camera in de keuzelijst.

  6. Klik op Opslaan.

  7. Wijs deze verificatiezone toe aan een fysieke zone op het SPC-systeem. (Zie Zone bewerken.)

Zie ook

Zone bewerken

Verificatie-instellingen configureren

Opmerking: De volgende instellingen zijn van toepassing op alle verificatiezones (zie Verificatiezones configureren).

  1. Selecteer Configuratie > Geavanceerd > Verificatie > Audio.

  2. Configureer de volgende instellingen.

    Pre-event opnamen

    Voer een vereiste duur in voor pre-event geluidsopnamen, in seconden (0–120). De standaardwaarde is 10.

    Post-event opname

    Voer een vereiste duur in voor post-event geluidsopnamen, in seconden (0–120). De standaardwaarde is 30.
Videobeelden bekijken

Videobeelden van de geconfigureerde camera's kunnen worden bekeken in de webbrowser in de modus Engineer volledig of Soft Engineer. Deze functionaliteit is ook beschikbaar voor gebruikers met het recht om video te kijken in hun profiel. (Zie Een gebruiker toevoegen/bewerken.) Het recht Web toegang moet zijn ingeschakeld voor deze functionaliteit.

Het recht om videobeelden te bekijken kan ook worden ingesteld op het keypad (instelling ‘Video in browser’).

Ga naar SPC Home > Video als u beelden wilt bekijken. Zie Video bekijken.

Zie ook

Een gebruiker toevoegen/bewerken

Video configureren