Bediendelen
Een standaardbediendeel bewerken
-
Selecteer Configuratie > Hardware > X-Bus > Keypads.
-
Klik op een van de parameters die het standaardbediendeel identificeren.
-
Configureer de velden zoals in de volgende tabel wordt aangegeven.
Omschrijving
Voer een unieke beschrijving in voor het bediendeel.
Functietoets instellingen (in rust status)
Paniek
Selecteer Aangezet, Uitgezet of Aangezet (stil). Als deze optie is ingeschakeld, wordt een paniekalarm geactiveerd door de twee softwaretoetsen tegelijk in te drukken.
Verificatie
Als een verificatiezone is toegewezen aan het keypad en er een paniekalarm wordt geactiveerd door 2 softwaretoetsen in te drukken of door een dwang-code in te voeren, worden audio en video events geactiveerd.
Visuele indicaties
Achtergrondverlichting
Selecteer wanneer de achtergrondverlichting aan is. De opties zijn: Aan wanneer toets is ingedrukt; Altijd aan; Altijd uit.
Indicatoren
Schakel de LED's op het bediendeel in of uit.
Set status
Selecteer of de inschakeltoestand moet worden aangegeven bij inactiviteit.
Hoorbare indicaties
Zoemer
Schakel de zoemer op het bediendeel in of uit.
Deelschakeling zoemer
Schakel de zoemer tijdens de uitlooptijd in Deelschakeling in of uit.
Toets drukkingen
Selecteer of het luidsprekervolume voor de toetsaanslagen moet worden geactiveerd.
Deactivering
Kalender
Selecteer of het bediendeel moet worden beperkt door een kalender. Zie Kalenders.
Poort mapping
Selecteer of het bediendeel moet worden beperkt door poortmapping.
Sleutelschakelaar
Selecteer of het bediendeel moet worden beperkt door een sleutelschakelaar.
KAART entree
Schakel dit selectievakje in om de toetsen op het bediendeel uit te schakelen tijdens de inlooptijd als een kaartlezer is geconfigureerd op het bediendeel.
Gebieden
Locatie
Selecteer het beveiligde gebied waarin het bediendeel zich bevindt.
Gebieden
Selecteer welke gebieden kunnen worden bediend via het bediendeel.
Opties
Vertraagd in
Selecteer deze optie als u een vertraagde inschakeling wilt configureren voor alle bediendelen. De locatie van het bediendeel wordt genegeerd en voor alle gebieden wordt de uitlooptijd volledig afgeteld.
OPGELET: Wijs een gebied alleen aan een keypad toe als het keypad zich in het toegewezen gebied bevindt en als er een inloop-/uitlooproute is gedefinieerd. Als er een gebied is toegewezen en dit gebied wordt ingeschakeld of uitgeschakeld, wordt de inloop- en uitlooptimers gebruikt (indien geconfigureerd). Andere functies die betrekking hebben op inloop- of uitlooproutes worden ook geactiveerd. Als er geen gebied is toegewezen, wordt het gebied direct in- of uitgeschakeld en worden er geen andere inloop- en uitloopfuncties geactiveerd. |
Zie ook
Een comfort-bediendeel bewerken
-
Selecteer Configuratie > Hardware > X-Bus > Keypads.
-
Klik op een van de parameters die het comfort-bediendeel identificeren.
-
Configureer de velden zoals in de volgende tabel wordt aangegeven.
Omschrijving
Voer een unieke beschrijving in voor het bediendeel.
Functietoets instellingen (in rust status)
Paniek
Selecteer Aangezet, Uitgezet of Aangezet (stil). Als deze optie is ingeschakeld, wordt een paniekalarm geactiveerd door de twee softwaretoetsen F1 en F2 tegelijk in te drukken.
Brand
Toestaan dat een brandalarm wordt geactiveerd door de softwaretoetsen F2 en F3 tegelijk in te drukken.
Medisch
Toestaan dat een medisch alarm wordt geactiveerd door de softwaretoetsen F3 en F4 tegelijk in te drukken.
Ingeschakeld
Toestaan dat inschakelen wordt geactiveerd door twee keer op de toets F2 te drukken.
Deelschakeling A
Toestaan dat Deelschakeling A wordt geactiveerd door twee keer op de toets F3 te drukken.
Deelschakeling B
Toestaan dat Deelschakeling B wordt geactiveerd door twee keer op de toets F4 te drukken.
Visuele indicaties
Achtergrondverlichting
Selecteer wanneer de achtergrondverlichting aan is. De opties zijn: Aan wanneer toets is ingedrukt; Altijd aan; Altijd uit.
Verlicht.intens.
Selecteer de intensiteit van de achtergrondverlichting. Bereik 1–8 (hoog).
Indicatoren
Schakel de LED's op het bediendeel in of uit.
Set status
Inschakelen als de inschakeltoestand moet worden aangegeven bij inactiviteit. (LED)
Logo
Inschakelen als een logo zichtbaar moet zijn in de rustmodus.
Analoge klok
Selecteer de positie van de klok als deze zichtbaar is in de rustmodus. Opties zijn Links uitgelijnd, Op midden uitgelijnd, Rechts uitgelijnd en Uitgeschakeld.
Noodgeval
Inschakelen als de functietoetsen Paniek, Brand en Medisch moeten worden aangegeven in de LCD-display.
Directe inschakeling
Inschakelen als de functietoetsen Inschakelen/Deelschakeling moeten worden aangegeven in de LCD-display.
Human Icon
Schakel in indien Mapping Gate aangegeven dient te zijn.
Hoorbare indicaties
Alarm
Selecteer het luidsprekervolume voor alarm indicaties of schakel het geluid uit.
Ingang/uitgang
Bereik is 0–7 (max. volume)
Klingelen
Selecteer het luidsprekervolume voor in- en uitgangindicaties of schakel het geluid uit.
Toets drukkingen
Bereik is 0–7 (max. volume)
Spraak berichten
Selecteer het luidsprekervolume voor de gong of schakel het geluid uit.
Deelschakeling zoemer
Bereik is 0–7 (max. volume)
Stille modus
Schakel deze instelling in om de zoemer tijdens inloop en uitloop uit te schakelen wanneer het keypad zich in een ingeschakeld gebied bevindt.
OPMERKING: Keypad klinkt enkel bij inloop/uitloop/inschakeling/uitschakeling van het gebied indien het keypad in hetzelfde gebied is geplaatst of wanneer de actie vanaf dit keypad wordt uitgevoerd.
Deactivering
Kalender
Selecteer of het bediendeel moet worden beperkt door een kalender. Zie Kalenders.
Poort mapping
Selecteer of het bediendeel moet worden beperkt door poortmapping.
Sleutelschakelaar
Selecteer of het bediendeel moet worden beperkt door een sleutelschakelaar.
KAART entree
Schakel dit selectievakje in om de toetsen op het bediendeel uit te schakelen tijdens de inlooptijd als een kaartlezer is geconfigureerd op het bediendeel.
Gebieden
Locatie
Selecteer het beveiligde gebied waarin het bediendeel zich bevindt.
Gebieden
Selecteer welke gebieden kunnen worden bediend via het bediendeel.
Opties
Vertraagd in
Selecteer deze optie als u een vertraagde inschakeling wilt configureren voor alle bediendelen. De locatie van het bediendeel wordt genegeerd en voor alle gebieden wordt de uitlooptijd volledig afgeteld.
Keypad Toegangsniveau
Selecteer keypad toegangsniveau (1 tot 3).
Niveau 1 - Alle functies
Niveau 2 - In/Uit en herstellen
Niveau 3 - Alleen bekijken
OPGELET: Wijs een gebied alleen aan een keypad toe als het keypad zich in het toegewezen gebied bevindt en als er een inloop-/uitlooproute is gedefinieerd. Als er een gebied is toegewezen en dit gebied wordt ingeschakeld of uitgeschakeld, wordt de inloop- en uitlooptimers gebruikt (indien geconfigureerd). Andere functies die betrekking hebben op inloop- of uitlooproutes worden ook geactiveerd. Als er geen gebied is toegewezen, wordt het gebied direct in- of uitgeschakeld en worden er geen andere inloop- en uitloopfuncties geactiveerd. |