Kalender toevoegen/bewerken
-
Selecteer Configuratie > Kalenders > Toevoegen.
-
Voer een Omschrijving in voor de kalender (max. 16 tekens).
Een kalender kopiëren
Klik op Replicatie om een kopie te maken van de structuur van deze kalender.
Een nieuwe kalender heeft dezelfde configuratie als de oorspronkelijke kalender. U kunt een nieuwe omschrijving invoeren voor de nieuwe kalender en de instellingen van de kalender bewerken.
Week types
U configureert kalenders door een optioneel weektype toe te kennen aan elke kalenderweek. Voor elke kalender kunt u tot drie weektypen definiëren. Niet elke week hoeft een weektype te hebben (dat wil zeggen dat het weektype ook ‘Geen’ kan zijn). U kunt tot 64 kalenders configureren in het systeem.
Ga als volgt te werk om een weektype te configureren
-
Klik Weektypen.
-
Voer de gewenste tijden in voor inschakelen/uitschakelen of voor triggers. Gebruik de tijdrichtlijnen voor Automatisch inschakelen/uitschakelen van gebieden (zie Gebieden automatisch inschakelen/uitschakelen), of voor Automatisch inschakelen/uitschakelen van andere paneelbewerkingen (zie Andere paneelbewerkingen automatisch inschakelen/uitschakelen).
U kunt tot drie weektypen configureren.
-
Klik op Opslaan en vervolgens op Terug.
-
Selecteer het gewenste weektype in de keuzelijst voor elke ingeplande week in de kalender.
-
Klik op Opslaan.
-
Klik op Terug.
Zie ook
Gebieden automatisch inschakelen/uitschakelen
Andere paneelbewerkingen automatisch inschakelen/uitschakelen
Uitzonderingen
Met behulp van uitzonderingen of uitzonderingsdagen worden automatische inschakelschema's geconfigureerd voor uitzonderlijke omstandigheden die vallen buiten de normale weekschema's die zijn gedefinieerd in de kalenders. Uitzonderingen worden gedefinieerd met een begin- en einddatum (dag/maand/jaar) en tot vier aan/uit-perioden voor verschillende paneelbewerkingen, inclusief automatisch in- en uitschakelen van gebieden, triggers en uitgangen. Er kunnen maximaal 64 uitzonderingen worden geconfigureerd in het systeem.
Uitzonderingen zijn generieke entiteiten die kunnen worden toegewezen aan een of meer kalenders. Als een uitzondering is toegewezen aan een kalender, hebben de instellingen van de uitzondering prioriteit op elke configuratie die eventueel is gedefinieerd voor die periode, inclusief de begin- en einddatum.
Uitzonderingsdagen configureren
-
Selecteer Configuratie > Kalenders > Uitzonderingsdagen > Toevoegen.
-
Configureer de velden zoals in de volgende tabel wordt aangegeven.
Omschrijving
Voer een naam in voor de uitzondering (max. 16 tekens).
Begindatum/Einddatum
Selecteer de begin- en einddatum.
Tijd Aan/Tijd Uit
Selecteer de gewenste tijden voor inschakelen/uitschakelen of voor triggers. Gebruik de tijdrichtlijnen voor Automatisch inschakelen/uitschakelen van gebieden (zie Gebieden automatisch inschakelen/uitschakelen), of voor Automatisch inschakelen/uitschakelen van andere paneelbewerkingen (zie Andere paneelbewerkingen automatisch inschakelen/uitschakelen).
Kalenders
Selecteer de kalender(s) waarop de uitzondering wordt toegepast.
OPGELET: Algemene uitzonderingsdagen die op afstand zijn gemaakt met de tool SPC Manager, kunnen niet worden verwijderd. |